Informatie over de batterij en de lader
Het apparaat werkt op een oplaadbare batterij. De batterij
die bedoeld is om in dit apparaat te worden gebruikt, is
BL-5CT. Nokia kan eventueel ook andere batterijmodellen
voor dit apparaat beschikbaar stellen. Dit apparaat is bedoeld
voor gebruik met één van de volgende laders: AC-8/AC-15. Het
exacte modelnummer van de oplader is afhankelijk van het
type stekker. Het stekkertype wordt aangeduid met een van
de volgende codes: E, EB, X, AR, U, A, C of UB.
De batterij kan honderden keren worden opgeladen en
ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer
de gesprekstijd en stand-bytijd aanmerkelijk korter zijn dan
normaal, moet u de batterij vervangen. Gebruik alleen
batterijen die door Nokia zijn goedgekeurd en laad de batterij
alleen opnieuw op met laders die door Nokia zijn
goedgekeurd en bestemd zijn voor dit apparaat. Het gebruik
van een niet-goedgekeurde batterij of lader kan het risico
met zich meebrengen van brand, explosie, lekkage of ander
gevaar.
Als u een batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de
batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u
de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens
opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten. Als de
Beheer van digitale rechten 51
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
51
batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren
voordat de batterij-indicator op het scherm wordt
weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat
u de batterij verwijdert.
Haal de lader uit het stopcontact wanneer u deze niet
gebruikt. Houd een volledig opgeladen batterij niet
gekoppeld aan de lader omdat de levensduur van de batterij
kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als een volledig
opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na
verloop van tijd automatisch ontladen.
Probeer de batterij altijd te bewaren op een temperatuur
tussen 15°C en 25°C. Bij extreme temperaturen nemen de
capaciteit en levensduur van de batterij af. Een apparaat met
een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd
onbruikbaar zijn. De batterijprestaties zijn met name beperkt
in temperaturen beduidend onder het vriespunt.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een metalen voorwerp
zoals een munt, paperclip of pen direct contact maakt met de
positieve (+) en negatieve (-) poolklemmen van de batterij.
(Deze klemmen zien eruit als metalen strips.) Dit kan
bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw
zak of tas hebt. Kortsluiting van de poolklemmen kan schade
veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop deze
is aangesloten.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan
ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als deze
beschadigd zijn. Verwerk batterijen in overeenstemming met
de lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in
voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het
huishoudafval.
U mag nooit geheugencellen of batterijen ontmantelen, erin
snijden of ze openen, platdrukken, verbuigen, beschadigen,
doorboren of slopen. Als een batterij lekt, moet u ervoor
zorgen dat de vloeistof niet in contact komt met de huid of
ogen. Als dat toch gebeurt, moet u uw huid en ogen
onmiddellijk met water afspoelen of medische hulp zoeken.
Wijzig de batterij niet, verwerk deze niet tot een ander
product, en probeer er geen vreemde voorwerpen in te
brengen. Stel de batterij niet bloot aan en dompel deze niet